search_api_autocomplete
Home

Een voorbeeld van een pensioenplan van het type vaste bijdragen, beheerd door een pensioenfonds of in het kader van een verzekeringsproduct zonder gewaarborgd rendement (tak 23)

Bij een Een pensioenfonds is een instelling die wordt opgericht door één of meerdere ondernemingen of bedrijfssectoren met als doel het beheer van hun aanvullende pensioenplannen. De raad van bestuur van deze instelling bestaat voor het merendeel uit vertegenwoordigers van deze onderneming(en) of bedrijfssector(en) en soms ook vertegenwoordigers van de aangeslotenen. Op die manier hebben de oprichtende onderneming(en) of sector(en) rechtstreeks inspraak in het beheer van hun aanvullend pensioenplan en de manier waarop de bijdragen worden belegd.
Een pensioenfonds wordt ook instelling voor bedrijfspensioenvoorziening of IBP genoemd.
Werknemers: Meer info.
of een tak 23 verzekeringsproduct waarborgt de Dit is de instelling die het aanvullend pensioen beheert. Dit kan een verzekeringsonderneming of een pensioenfonds zijn.
Werknemers: Meer info.
geen vast Het rendement is de opbrengst die men krijgt wanneer men een bedrag belegt. Het neemt de vorm aan van interest.
Voorbeeld:
U belegt 100 euro. Een jaar later heeft u 102 euro. Dit betekent dat de belegging van uw oorspronkelijk bedrag van 100 euro een rendement van 2% heeft opgebracht.
. Het Het rendement is de opbrengst die men krijgt wanneer men een bedrag belegt. Het neemt de vorm aan van interest.
Voorbeeld:
U belegt 100 euro. Een jaar later heeft u 102 euro. Dit betekent dat de belegging van uw oorspronkelijk bedrag van 100 euro een rendement van 2% heeft opgebracht.
hangt af van de opbrengst van de beleggingen die van jaar tot jaar sterk kan verschillen. De blauwe lijn toont de evolutie van de verworven reserve bij zo’n type In deze Q&A wordt de term pensioenplan als een algemene term gebruikt voor alle soorten van pensioentoezeggingen.
Als een werkgever het initiatief neemt om een aanvullend pensioen te organiseren voor alle of een deel van de werknemers in zijn onderneming, spreekt men van een ondernemingsplan. Wanneer het initiatief uitgaat van een paritair comité van een bepaalde bedrijfssector, is dit een sectorplan.
Werknemers: Meer info.
.

De rode lijn geeft de evolutie weer van de wettelijke Om het beleggingsrisico voor de aangeslotenen te beperken, heeft de wet een rendementsgarantie ingevoerd: de inrichter (werkgever of sectorale inrichter) is verplicht om ervoor te zorgen dat de aangeslotenen bij pensionering of overdracht na uitdiensttreding, minstens het bedrag van de gestorte werkgeversbijdragen en/of werknemersbijdragen krijgen, gekapitaliseerd tegen een wettelijk vastgesteld minimumrendement.
Werknemers: Meer info.
. Op het ogenblik van de uitdiensttreding wordt het bedrag van de wettelijke Om het beleggingsrisico voor de aangeslotenen te beperken, heeft de wet een rendementsgarantie ingevoerd: de inrichter (werkgever of sectorale inrichter) is verplicht om ervoor te zorgen dat de aangeslotenen bij pensionering of overdracht na uitdiensttreding, minstens het bedrag van de gestorte werkgeversbijdragen en/of werknemersbijdragen krijgen, gekapitaliseerd tegen een wettelijk vastgesteld minimumrendement.
Werknemers: Meer info.
definitief vastgesteld.

Als u er na uw uitdiensttreding voor kiest om uw pensioenreserves in het In deze Q&A wordt de term pensioenplan als een algemene term gebruikt voor alle soorten van pensioentoezeggingen.
Als een werkgever het initiatief neemt om een aanvullend pensioen te organiseren voor alle of een deel van de werknemers in zijn onderneming, spreekt men van een ondernemingsplan. Wanneer het initiatief uitgaat van een paritair comité van een bepaalde bedrijfssector, is dit een sectorplan.
Werknemers: Meer info.
te laten, moet de Het initiatief voor de opbouw van een aanvullend pensioen ligt bij de inrichter. De inrichter is degene die het aanvullend pensioen belooft aan de werknemers.

In de meeste gevallen gaat het initiatief uit van de werkgever. Heel wat werkgevers hebben een pensioenplan ingevoerd voor de werknemers van hun onderneming. In dat geval spreekt men van een ondernemingspensioen of ondernemingsplan.
Het initiatief kan ook uitgaan van een bedrijfssector. In dat geval zal het pensioenplan gelden voor de werknemers van een hele sector. Men spreekt in dat geval van een sectorpensioen of sectorplan.

Wanneer de sociale partners een sectorplan invoeren, moeten zij een instelling aanduiden die de rol van inrichter op zich neemt. Dit moet een instelling zijn die gezamenlijk wordt bestuurd door vertegenwoordigers van de werknemers en van de werkgevers. Meestal is dit een fonds voor bestaanszekerheid.
Werknemers: Meer info.
(werkgever of sectorale Het initiatief voor de opbouw van een aanvullend pensioen ligt bij de inrichter. De inrichter is degene die het aanvullend pensioen belooft aan de werknemers.

In de meeste gevallen gaat het initiatief uit van de werkgever. Heel wat werkgevers hebben een pensioenplan ingevoerd voor de werknemers van hun onderneming. In dat geval spreekt men van een ondernemingspensioen of ondernemingsplan.
Het initiatief kan ook uitgaan van een bedrijfssector. In dat geval zal het pensioenplan gelden voor de werknemers van een hele sector. Men spreekt in dat geval van een sectorpensioen of sectorplan.

Wanneer de sociale partners een sectorplan invoeren, moeten zij een instelling aanduiden die de rol van inrichter op zich neemt. Dit moet een instelling zijn die gezamenlijk wordt bestuurd door vertegenwoordigers van de werknemers en van de werkgevers. Meestal is dit een fonds voor bestaanszekerheid.
Werknemers: Meer info.
) het bedrag van de wettelijke Om het beleggingsrisico voor de aangeslotenen te beperken, heeft de wet een rendementsgarantie ingevoerd: de inrichter (werkgever of sectorale inrichter) is verplicht om ervoor te zorgen dat de aangeslotenen bij pensionering of overdracht na uitdiensttreding, minstens het bedrag van de gestorte werkgeversbijdragen en/of werknemersbijdragen krijgen, gekapitaliseerd tegen een wettelijk vastgesteld minimumrendement.
Werknemers: Meer info.
blijven garanderen tot aan de pensionering. Aangezien de Om het beleggingsrisico voor de aangeslotenen te beperken, heeft de wet een rendementsgarantie ingevoerd: de inrichter (werkgever of sectorale inrichter) is verplicht om ervoor te zorgen dat de aangeslotenen bij pensionering of overdracht na uitdiensttreding, minstens het bedrag van de gestorte werkgeversbijdragen en/of werknemersbijdragen krijgen, gekapitaliseerd tegen een wettelijk vastgesteld minimumrendement.
Werknemers: Meer info.
na uw uitdiensttreding niet verder evolueert, spreekt men van een “0%-garantie”.

Bij pensionering moet de Dit is de instelling die het aanvullend pensioen beheert. Dit kan een verzekeringsonderneming of een pensioenfonds zijn.
Werknemers: Meer info.
nagaan of uw Het aanvullend pensioen is een pensioen dat door een werkgever (of een bedrijfssector) wordt opgebouwd voor zijn werknemers. Het aanvullend pensioen wordt uitbetaald bovenop het wettelijk pensioen en kan de vorm aannemen van een eenmalig kapitaal of een periodieke (maandelijkse, jaarlijkse,...) rente.
De aanvullende pensioenen worden ook wel de 'tweede pensioenpijler' genoemd.
Werknemers: Meer info.
niet lager uitvalt dan de wettelijke Om het beleggingsrisico voor de aangeslotenen te beperken, heeft de wet een rendementsgarantie ingevoerd: de inrichter (werkgever of sectorale inrichter) is verplicht om ervoor te zorgen dat de aangeslotenen bij pensionering of overdracht na uitdiensttreding, minstens het bedrag van de gestorte werkgeversbijdragen en/of werknemersbijdragen krijgen, gekapitaliseerd tegen een wettelijk vastgesteld minimumrendement.
Werknemers: Meer info.
. Indien dit het geval zou zijn, moet de Het initiatief voor de opbouw van een aanvullend pensioen ligt bij de inrichter. De inrichter is degene die het aanvullend pensioen belooft aan de werknemers.

In de meeste gevallen gaat het initiatief uit van de werkgever. Heel wat werkgevers hebben een pensioenplan ingevoerd voor de werknemers van hun onderneming. In dat geval spreekt men van een ondernemingspensioen of ondernemingsplan.
Het initiatief kan ook uitgaan van een bedrijfssector. In dat geval zal het pensioenplan gelden voor de werknemers van een hele sector. Men spreekt in dat geval van een sectorpensioen of sectorplan.

Wanneer de sociale partners een sectorplan invoeren, moeten zij een instelling aanduiden die de rol van inrichter op zich neemt. Dit moet een instelling zijn die gezamenlijk wordt bestuurd door vertegenwoordigers van de werknemers en van de werkgevers. Meestal is dit een fonds voor bestaanszekerheid.
Werknemers: Meer info.
het verschil tussen beide bedragen bijstorten. 

In onderstaand voorbeeld is het Het aanvullend pensioen is een pensioen dat door een werkgever (of een bedrijfssector) wordt opgebouwd voor zijn werknemers. Het aanvullend pensioen wordt uitbetaald bovenop het wettelijk pensioen en kan de vorm aannemen van een eenmalig kapitaal of een periodieke (maandelijkse, jaarlijkse,...) rente.
De aanvullende pensioenen worden ook wel de 'tweede pensioenpijler' genoemd.
Werknemers: Meer info.
hoger dan de wettelijke Om het beleggingsrisico voor de aangeslotenen te beperken, heeft de wet een rendementsgarantie ingevoerd: de inrichter (werkgever of sectorale inrichter) is verplicht om ervoor te zorgen dat de aangeslotenen bij pensionering of overdracht na uitdiensttreding, minstens het bedrag van de gestorte werkgeversbijdragen en/of werknemersbijdragen krijgen, gekapitaliseerd tegen een wettelijk vastgesteld minimumrendement.
Werknemers: Meer info.
. De Het initiatief voor de opbouw van een aanvullend pensioen ligt bij de inrichter. De inrichter is degene die het aanvullend pensioen belooft aan de werknemers.

In de meeste gevallen gaat het initiatief uit van de werkgever. Heel wat werkgevers hebben een pensioenplan ingevoerd voor de werknemers van hun onderneming. In dat geval spreekt men van een ondernemingspensioen of ondernemingsplan.
Het initiatief kan ook uitgaan van een bedrijfssector. In dat geval zal het pensioenplan gelden voor de werknemers van een hele sector. Men spreekt in dat geval van een sectorpensioen of sectorplan.

Wanneer de sociale partners een sectorplan invoeren, moeten zij een instelling aanduiden die de rol van inrichter op zich neemt. Dit moet een instelling zijn die gezamenlijk wordt bestuurd door vertegenwoordigers van de werknemers en van de werkgevers. Meestal is dit een fonds voor bestaanszekerheid.
Werknemers: Meer info.
moet in dat geval dan ook niets bijstorten.

Grafiek van een pensioenplan van het type vaste bijdragen, beheerd door een pensioenfonds of in het kader van een verzekeringsproduct zonder gewaarborgd rendement (tak 23)

In onderstaand voorbeeld valt het Het aanvullend pensioen is een pensioen dat door een werkgever (of een bedrijfssector) wordt opgebouwd voor zijn werknemers. Het aanvullend pensioen wordt uitbetaald bovenop het wettelijk pensioen en kan de vorm aannemen van een eenmalig kapitaal of een periodieke (maandelijkse, jaarlijkse,...) rente.
De aanvullende pensioenen worden ook wel de 'tweede pensioenpijler' genoemd.
Werknemers: Meer info.
lager uit dan de wettelijke Om het beleggingsrisico voor de aangeslotenen te beperken, heeft de wet een rendementsgarantie ingevoerd: de inrichter (werkgever of sectorale inrichter) is verplicht om ervoor te zorgen dat de aangeslotenen bij pensionering of overdracht na uitdiensttreding, minstens het bedrag van de gestorte werkgeversbijdragen en/of werknemersbijdragen krijgen, gekapitaliseerd tegen een wettelijk vastgesteld minimumrendement.
Werknemers: Meer info.
. Het tekort wordt aangeduid door het oranje blokje. U heeft in dat geval recht op de wettelijke Om het beleggingsrisico voor de aangeslotenen te beperken, heeft de wet een rendementsgarantie ingevoerd: de inrichter (werkgever of sectorale inrichter) is verplicht om ervoor te zorgen dat de aangeslotenen bij pensionering of overdracht na uitdiensttreding, minstens het bedrag van de gestorte werkgeversbijdragen en/of werknemersbijdragen krijgen, gekapitaliseerd tegen een wettelijk vastgesteld minimumrendement.
Werknemers: Meer info.
. De Het initiatief voor de opbouw van een aanvullend pensioen ligt bij de inrichter. De inrichter is degene die het aanvullend pensioen belooft aan de werknemers.

In de meeste gevallen gaat het initiatief uit van de werkgever. Heel wat werkgevers hebben een pensioenplan ingevoerd voor de werknemers van hun onderneming. In dat geval spreekt men van een ondernemingspensioen of ondernemingsplan.
Het initiatief kan ook uitgaan van een bedrijfssector. In dat geval zal het pensioenplan gelden voor de werknemers van een hele sector. Men spreekt in dat geval van een sectorpensioen of sectorplan.

Wanneer de sociale partners een sectorplan invoeren, moeten zij een instelling aanduiden die de rol van inrichter op zich neemt. Dit moet een instelling zijn die gezamenlijk wordt bestuurd door vertegenwoordigers van de werknemers en van de werkgevers. Meestal is dit een fonds voor bestaanszekerheid.
Werknemers: Meer info.
(werkgever of sectorale Het initiatief voor de opbouw van een aanvullend pensioen ligt bij de inrichter. De inrichter is degene die het aanvullend pensioen belooft aan de werknemers.

In de meeste gevallen gaat het initiatief uit van de werkgever. Heel wat werkgevers hebben een pensioenplan ingevoerd voor de werknemers van hun onderneming. In dat geval spreekt men van een ondernemingspensioen of ondernemingsplan.
Het initiatief kan ook uitgaan van een bedrijfssector. In dat geval zal het pensioenplan gelden voor de werknemers van een hele sector. Men spreekt in dat geval van een sectorpensioen of sectorplan.

Wanneer de sociale partners een sectorplan invoeren, moeten zij een instelling aanduiden die de rol van inrichter op zich neemt. Dit moet een instelling zijn die gezamenlijk wordt bestuurd door vertegenwoordigers van de werknemers en van de werkgevers. Meestal is dit een fonds voor bestaanszekerheid.
Werknemers: Meer info.
) moet het tekort bijpassen. 

Grafiek van een pensioenplan van het type vaste bijdragen, beheerd door een pensioenfonds of in het kader van een verzekeringsproduct zonder gewaarborgd rendement (tak 23)