Het beheer van een fonds gaat onvermijdelijk gepaard met kosten.
Als consument wil je de kosten die je betaalt, beperken. Die kosten hebben immers een negatieve impact op je rendement. Er zijn echter onvermijdelijke kosten voor:
- het beheer van de portefeuille;
- het administratieve beheer (bv. het boekhoudkundige beheer, de waardering van de portefeuille, het toezicht op de naleving van de wettelijke bepalingen, ...);
- de commercialisering.
Veel factoren beïnvloeden het niveau van de kosten van een fonds:
- Het distributiemodel. Je bankier of tussenpersoon kan een vergoeding krijgen voor de beleggingsdiensten die hij je levert. Deze kosten kunnen op verschillende manieren worden geïnd:
Indirecte vergoeding via de beheervennootschap van het fonds: je bankier of tussenpersoon ontvangt van de beheervennootschap een deel van de kosten voor het beheer van het fonds. Dergelijke vergoedingen, 'inducements', zijn verboden als je bankier of tussenpersoon je diensten voor vermogensbeheer of onafhankelijk beleggingsadvies verstrekt.
en/of
- Directe vergoeding door de belegger: je bankier of tussenpersoon ontvangt van jou een vergoeding, bijvoorbeeld in het kader van een contract vermogensbeheer. De vergoeding kan bestaan uit een vast bedrag in euro en/of een percentage van activa in portefeuille (bv. 1 % per jaar). Een directe vergoeding kan worden gecompenseerd door veel lagere kosten voor fondsen.
Naast deze vergoedingen betaal je mogelijk instapkosten wanneer je deelbewijzen van een fonds koopt.
Het is belangrijk om de kosten in hun geheel te analyseren, rekening houdend met de kosten voor beleggingsdiensten van je bankier of tussenpersoon, en de wijze waarop deze kosten worden aangerekend.
De gevolgde strategie:
- Het type beheer. Hoe actiever het beheer, hoe hoger de kosten meestal zullen zijn. Fondsen die een index volgen ('passieve fondsen' genaamd), hebben over het algemeen lagere kosten.
- Het type onderliggende waarde. Fondsen die beleggen in andere fondsen (dakfondsen), hebben vaak hogere totale kosten dan fondsen die rechtstreeks beleggen in aandelen of obligaties.
- De omloop van de portefeuille. Fondsen die een hoge omloopsnelheid hebben, hebben meestal hogere transactiekosten.
- Het gebruik van specifieke beheertechnieken. Fondsen die bijvoorbeeld alternatieve strategieën gebruiken of een kapitaalbeschermingsmechanisme hanteren, hebben doorgaans hogere kosten.
Voordat je in een fonds belegt, moet je je altijd afvragen of de karakteristieken overeenkomen met je behoeften.
Bijvoorbeeld:
- Wil je een actief fonds, met meer vrijheid bij het beheer, of past een passief fonds bij je verwachtingen?
- Wil je een gemengd dakfonds, met waarschijnlijk nog meer spreiding? Of verkies je een fonds dat rechtstreeks in aandelen en/of obligaties belegt?