Aandeelhouders die de controle over de vennootschap uitoefenen, moeten, naar het oordeel van de FSMA, geschikt zijn om een gezond en voorzichtig beleid te waarborgen. De FSMA onderzoekt dit aan de hand van een vragenlijst, die door iedere controlerende aandeelhouder moet worden ingevuld.
Een (her)verzekeringstussenpersoon moet iedere aandeelhouder opgeven die een deelneming van méér dan 10 procent in de tussenpersoon bezit, alsook het bedrag van die deelnemingen.