In principe staat iedereen met zijn gehele vermogen in om zijn verbintenissen na te komen. Wanneer u een schuldeiser, bijvoorbeeld de bank bij wie u een lening bent aangegaan, niet tijdig betaalt, kan deze aanspraak maken op al uw bezittingen om alsnog betaling te verkrijgen.
In dat geval kan uw schuldeiser beslag leggen op (enkele van) uw goederen
Het kan gaan om een bewarend of een uitvoerend beslag:
- Het bewarend beslag is een preventieve maatregel die uw schuldeiser neemt om te verhinderen dat uw vermogen zou verminderen. De goederen (of het geld) waarop beslag wordt gelegd blijven uw eigendom en u kan ze ook verder blijven gebruiken. Ze komen dus niet toe aan uw schuldeiser. Het bewarend beslag heeft wel voor gevolg dat u uw goederen niet mag verkopen of wegschenken. Indien u blijvend uw schuldeiser niet betaalt, kan een bewarend beslag finaal omgezet worden in een uitvoerend beslag.
- Bij een uitvoerend beslag worden uw spullen of woning effectief verkocht. De opbrengst van die verkoop komt dan toe aan de schuldeiser.
Het kan ook zijn dat een deel van uw loon of uitkering (beslag op inkomen) wordt ingehouden om de schuldeiser mee te betalen. In dat laatste geval spreekt men van ‘derdenbeslag’ omdat er derden bij worden betrokken, zoals bijvoorbeeld uw werkgever of de overheid die uw uitkering betaalt.
Uw schuldeiser kan echter niet zomaar overgaan tot een uitvoerend beslag
Uitvoerend beslag is enkel mogelijk indien de schuldeiser beschikt over een vonnis van een rechter of een ander document met dezelfde kracht als een vonnis, zoals:
- Een notariële akte (dit is bijvoorbeeld vaak het geval bij een hypothecair krediet afgesloten bij een financiële instelling).
- Een fiscaal dwangbevel.