search_api_autocomplete
Home

Wat is ‘raad over financiële planning’?

FSMA_Standpunt_2022_02

Welke adviezen aan niet-professionele cliënten[1] vallen onder de definitie ‘raad over financiële planning’[2] en welke niet?

De wet definieert ‘raad over financiële planning’ als ‘raad over het optimaliseren, met name van de structuur, de planning in de tijd, de bescherming, de juridische organisatie of de overdracht, van het vermogen van een cliënt, op grond van de behoeften en de doelstellingen die hij aangeeft, en met uitsluiting van het verstrekken van beleggingsdiensten of het verlenen van enig advies over transacties in individuele financiële producten’.

Dit standpunt verduidelijkt hoe de FSMA deze definitie begrijpt. Bijkomend schetst de FSMA ook kort de voornaamste verplichtingen van wie raad geeft over financiële planning in punt 2 en 3.

  1. Raad over financiële planning voldoet aan twee basisvoorwaarden

Eerste voorwaarde: raad over financiële planning gaat over het optimaliseren van het vermogen van de cliënt

De definitie van ‘raad over financiële planning’ verduidelijkt welke adviezen over het optimaliseren van het vermogen er onder meer onder vallen:

  • adviezen over het optimaliseren van de structuur van het vermogen
    Bijvoorbeeld: richt ik een vennootschap op voor mijn professionele activiteiten of niet, rekening houdend met het feit dat ik alleen werk als zelfstandige dokter-specialist, gehuwd ben en drie kinderen heb?
     
  • adviezen over het optimaliseren van de planning in de tijd van het vermogen
    Bijvoorbeeld: hoe zorg ik ervoor dat ik voldoende geld overhoud om mijn huidige levensstandaard te behouden als ik gepensioneerd ben?
     
  • adviezen over het optimaliseren van de bescherming van het vermogen
    Bijvoorbeeld: over welke soorten activa verdeel ik mijn vermogen het best, rekening houdend met de stijgende levensduurte op lange termijn?
     
  • adviezen over het optimaliseren van de juridische organisatie of de overdracht van het vermogen,
    Bijvoorbeeld: hoe draag ik mijn vermogen best over aan mijn kinderen, rekening houdend met het feit dat ik een kind met gezondheidsproblemen heb dat ik om deze reden financieel wil bevoordelen ten aanzien van mijn andere kinderen en met het feit dat ik mijn professionele activiteiten uitoefen met een vennootschap?

Tweede voorwaarde: raad over financiële planning is gebaseerd op de behoeften en doelstellingen die de cliënt aangeeft

Algemene informatie is geen raad over financiële planning.[3] Alleen gepersonaliseerde adviezen kunnen raad over financiële planning zijn.

Samengevat

Raad over financiële planning behandelt specifieke vragen over het optimaliseren van het vermogen van de cliënt.

Raad over financiële planning kan bijvoorbeeld één of meer van de volgende vragen behandelen[4]:

  • Hoe het vermogen structureren?
  • Hoe het vermogen beschermen?
  • Hoe de overdracht van het vermogen regelen?
  • Hoe de evolutie ervan plannen gelet op de doelstellingen van de cliënten?
  • Wat is de fiscale impact van de verschillende structureringsopties?

De financieel planner zal bij zijn advies rekening houden met de situatie van de cliënt, zijn behoeften en de doelstellingen die de cliënt vooropstelt.

  1. Wie raad geeft over financiële planning moet gedragsregels naleven

Wie advies geeft dat onder het begrip ‘raad over financiële planning’ valt, moet de volgende gedragsregels naleven[5]:

  • De financieel planner zamelt de informatie over de cliënt schriftelijk in en bezorgt de cliënt een schriftelijk verslag[6].
  • Het advies is in principe gebaseerd op een multidisciplinaire analyse van de volgende aspecten[7]:
    1. het burgerlijk recht;
    2. het fiscaal recht en de fiscaliteit[8];
    3. de sociale zekerheid en de bestaanszekerheid[9];
    4. whde economische en financiële context[10].
  • Het advies gaat in principe over het hele vermogen van de cliënt: roerend en onroerend[11].
  • Het advies is gepersonaliseerd en passend voor de cliënt, rekening houdend met
    • zijn/haar persoonlijke situatie;
    • zijn/haar doelstellingen;
    • zijn/haar behoeften inzake financiële planning.[12]

Daarom staat er in de voorbereidende werken van de Wet Financiële Planning dat raad over financiële planning “gepersonaliseerde, gestructureerde, geformaliseerde en weldoordachte raad” is “over de globale optimalisering van het gehele vermogen”.[13]

  1. Wie raad over financiële planning geeft, moet uitgaan van een multidisciplinair advies

Er wordt soms gezegd dat een advies dat niet gebaseerd is op elk van de vier dimensies van de multidisciplinaire analyse geen raad voor financiële planning is. Dit is niet exact: deze vier dimensies zijn geen bestanddelen van de definitie van ‘raad over financiële planning’.  Wie raad over financiële planning geeft, moet wel uitgaan van een multidisciplinair advies. De vier dimensies van de multidisciplinaire analyse zijn dus wettelijk verplichte onderdelen van de raad over financiële planning omdat de analyse ervan deel uitmaakt van de gedragsregels die elke financieel planner moet naleven.

De regelgeving voorziet echter dat de cliënt zelf[14] kan vragen om bepaalde aspecten niet mee te nemen in de analyse, bijvoorbeeld:

  • de dimensie van de sociale zekerheid of
  • bepaalde delen van zijn vermogen.

Het advies dat de financieel planner aan deze cliënt geeft en dat geen rekening houdt met de aspecten waarover de cliënt geen advies wil, zal toch nog steeds ‘raad over financiële planning’ zijn.

Elke financieel planner moet steeds uitgaan van een multidisciplinair advies, gebaseerd op de vier dimensies, dat rekening houdt met het hele vermogen. Hij moet steeds zelf de nodige kennis hebben over deze vier disciplines of hij moet hiervoor samenwerken met andere personen of ondernemingen, bijvoorbeeld via uitbesteding. Ook als hij beroep doet op andere partijen, blijft de financieel planner steeds zelf verantwoordelijk voor het advies. 

  1. Sommige diensten en adviezen zijn geen raad over financiële planning

De scheidslijn tussen raad over financiële planning en andere soorten adviezen zal niet altijd even duidelijk zijn. De FSMA raadt daarom aan om de feitelijke situatie steeds goed in kaart te brengen en te onderzoeken. 

a. Advies over een transactie in een individueel financieel product is geen raad over financiële planning[15]

Een advies over een concreet financieel product aan de cliënt is geen raad over financiële planning. Dat geldt ook als de transactie gebeurt in uitvoering van raad over financiële planning.[16]

Een voorbeeld:

  • een advies over een tak 23-levensverzekeringsproduct X.

Raad over financiële planning gaat over de structuur van het vermogen. De financieel planner raadt de cliënt bijvoorbeeld aan om een levensverzekering met een bepaalde begunstiging af te sluiten. De cliënt kan dan advies vragen over de concrete uitvoering van dit plan aan zijn verzekeringsonderneming of verzekeringstussenpersoon: welke levensverzekering sluit ik best af? Het advies van de verzekeringsonderneming of verzekeringstussenpersoon over deze concrete levensverzekering is geen ‘raad over financiële planning’.

b. Vermogensbeheer en beleggingsadvies zijn geen raad over financiële planning, het zijn beleggingsdiensten[17]

De volgende beleggingsdiensten zijn geen raad over financiële planning:

  • vermogensbeheer[18] is het beheren van een beleggingsportefeuille met een of meerdere financiële instrumenten voor een cliënt op discretionaire basis of op grond van een opdracht van de cliënt;
  • beleggingsadvies[19] is het geven van een gepersonaliseerde aanbeveling aan een cliënt over een of meer verrichtingen die betrekking hebben op financiële instrumenten, bijvoorbeeld een gepersonaliseerde aanbeveling aan een cliënt over het aankopen van beleggingsfonds X. Dit kan op verzoek van die cliënt of op initiatief van de beleggingsonderneming.

Wie beleggingsdiensten verricht, moet hiervoor een vergunning hebben.

Voor een onafhankelijk financieel planner is het verboden om beleggingsadvies te geven.[20] De cliënt die het advies van de planner opvolgt, zal vaak wel beleggingsdiensten afnemen bij andere financiële ondernemingen om het advies verder uit te voeren. 

Gereglementeerde ondernemingen[21] die raad over financiële planning geven, mogen dit in principe wel combineren met activiteiten van beleggingsadvies of vermogensbeheer, voor zover zij over de nodige vergunning beschikken. Zij zouden deze activiteiten in hun organisatie moeten scheiden van hun activiteiten in verband met raad over financiële planning.

c. Algemene informatie is geen raad over financiële planning[22]

Algemene informatie is geen advies aan een cliënt op basis van zijn situatie, behoeften en doelstellingen en is daarom geen raad over financiële planning. Het gaat hier bijvoorbeeld over algemene informatie in de vorm van brochures of nieuwsbrieven voor een algemene doelgroep.

Enkele voorbeelden van informatie die geen raad over financiële planning is:

  • algemene informatie aan cliënten over het onderbrengen van een professionele activiteit in een vennootschap, over de juridische gevolgen van alternatieve technieken om een goed te schenken of over bepaalde buitenlandse belastingregimes;
  • algemene informatie om bestaande of potentiële cliënten te informeren over nieuwe wetgeving, over standpunten van de fiscale administratie of over bepaalde onderwerpen die van belang zijn in de context van successieplanning;
  • algemene informatie onder de vorm van een advies of waarschuwing van een werkgever aan een werknemer die op pensioen gaat over de mogelijke herbelegging of allocatie van de uitkering van een pensioenkapitaal (in algemene termen, dus zonder beleggingsadvies).

d. Geïndividualiseerde informatie die niet gaat over de optimalisatie van het vermogen van de cliënt is geen raad over financiële planning[23]

Raad over financiële planning moet steeds gaan over de optimalisatie van het vermogen. Adviezen die hier niet over gaan, zijn dus geen raad over financiële planning, ook al zijn ze gebaseerd op de situatie, behoeften en doelstellingen van de cliënt.[24] 

De voorbereidende werken bij de Wet Financiële Planning preciseren dat raad over financiële planning “gepersonaliseerde, gestructureerde, geformaliseerde en weldoordachte raad over de globale optimalisering van het gehele vermogen” is. [25]

Enkele voorbeelden die geen raad over financiële planning zijn:

  • een berekening van de successierechten die de cliënt verschuldigd is;
  • informatie over het toepasselijke erfstelsel;
  • fiscaal en erfrechtelijk advies over een financieel product.

Als een cliënt een verzekeringsmakelaar vraagt om hem een verzekeringsproduct te adviseren waarmee hij een deel van zijn vermogen kan overdragen aan zijn nabestaanden, en de makelaar adviseert hem levensverzekering X en licht de begunstiging verder toe, dan geeft de makelaar geen raad over financiële planning aan de cliënt.

Als de cliënt echter advies vraagt aan de verzekeringsmakelaar over de wijze waarop hij zijn vermogen moet structureren zodat de overdracht van zijn vermogen optimaal zal verlopen als hij overlijdt, zal het advies van de makelaar wel raad over financiële planning zijn.

e. Sommige antwoorden op specifieke vragen over het vermogen zijn geen raad over financiële planning[26]

Niet alle antwoorden op specifieke vragen over het vermogen van cliënten zijn raad over financiële planning. Er is volgens de FSMA in principe geen sprake van raad over financiële planning als de vragen de volgende kenmerken vertonen:

  • ze hebben betrekking op een specifiek aspect van het recht of een rechtspunt betreffende een specifieke verrichting; of
  • het is niet nodig om de volledige situatie van de cliënt te kennen om een nauwkeurig en volledig antwoord te kunnen geven.

Raad over financiële planning gaat over de optimalisatie van het hele vermogen van de cliënt[27], op basis van een analyse van de vier wettelijke dimensies[28]. Het gaat niet over elk advies dat verband houdt met het vermogen van de cliënt naar aanleiding van een specifieke vraag van een cliënt.

Enkele voorbeelden van adviezen die geen raad voor financiële planning zijn:

  • raad aan een cliënt die een tweede verblijf in Frankrijk wenst te verwerven en wil weten hoe hij die aankoop kan doen;
  • raad aan een cliënt die informatie vraagt over de techniek van de gesplitste aankoop vruchtgebruik/blote eigendom;
  • raad aan een cliënt die zich beperkt tot algemene (fiscale en juridische) informatie over de wijze van schenken en eventueel de documentatie van een handgift.

f. Wie een cliënt begeleidt bij de uitvoering van een successie- of vermogensplanning geeft geen raad over financiële planning[29]

De verdere uitwerking van het advies van een advocaat of notaris over successie- of vermogensplanning is geen ‘raad over financiële planning’.

Ook een gelijkaardig advies van een gereglementeerde onderneming in het kader van haar begeleiding bij een successie- of vermogensplanning, zal vaak geen ‘raad over financiële planning’ zijn.

Enkele voorbeelden:

  • Als een cliënt advies krijgt van een advocaat of notaris om een deel van zijn vermogen te schenken aan zijn kleinkinderen via een notariële akte of om een burgerlijke vennootschap op te richten, zal het advies over het ontwerp van de schenkingsakte of het ontwerp van de statuten geen ‘raad over financiële planning’ zijn.
  • Als een bank documenten opstelt voor een bankgift, zal dit geen ‘raad over financiële planning’ zijn.
  • Als een notaris een cliënt rechtstreeks advies geeft over het optimaliseren van zijn huwelijksstelsel of nalatenschap, zal het ontwerp van het huwelijkscontract of het testament geen ‘raad over financiële planning’ zijn.  
  • Als een cliënt besloten heeft om een som geld te schenken aan zijn kinderen, zal het advies over vaak voorkomende bedingen in modelcontracten voor schenkingen geen ‘raad over financiële planning’ zijn.  

g. Het gebruik van simulatiemodellen is in bepaalde gevallen geen raad over financiële planning

Wie simulatiemodellen gebruikt, moet steeds nagaan of het simulatiemodel of de tool die hij gebruikt niet als raad over financiële planning in aanmerking komt.

Een voorbeeld:

De beleggingsadviseur die een spaarcalculator of simulator gebruikt waarmee een extrapolatie kan worden gemaakt van de toekomstige inkomsten op basis van de financiële producten in het vermogen, geeft geen raad over financiële planning.

Het is niet uitgesloten dat het gebruik van een bepaalde tool of een bepaald simulatiemodel resulteert in een advies dat voldoet aan de definitie van het begrip ‘raad over financiële planning’. In dat geval moet de ‘raad over financiële planning’ voldoen aan de vereisten van de Wet en het KB Financiële Planning.

h. Collectief schuldbeheer is geen raad over financiële planning

De voorbereidende werken van de Wet Financiële Planning preciseren dat collectief schuldbeheer geen raad over financiële planning is.[30]

Het gaat wel om raad over de structurering van een vermogen, maar deze raad heeft specifiek betrekking op de wijze waarop de cliënt zijn schulden kan afbetalen in plaats van op de optimalisering van het vermogen in de zin van de definitie van raad over financiële planning.

  1. Bepaalde personen of ondernemingen vallen niet onder het toepassingsgebied van de Wet Financiële Planning

Personen of ondernemingen die uitgesloten zijn uit het toepassingsgebied van de Wet Financiële Planning, moeten de wettelijke vereisten in verband met financiële planning niet naleven. Het gaat hier onder meer over de volgende ondernemingen of personen[31]:

  • de personen die uitsluitend raad over financiële planning verstrekken voor rekening van één enkele familie;
  • de rechtspersonen die enkel raad over financiële planning verstrekken voor rekening van met hen verbonden ondernemingen;
  • natuurlijke of rechtspersonen die als gewone professionele activiteit raad over financiële planning verstrekken in het kader van een andere professionele activiteit
    • als zij voor deze hoofdactiviteit bij wet een deontologische code moeten naleven die niet verbiedt dat ze raad over financiële planning verstrekken,

      bijvoorbeeld advocaten, notarissen, bedrijfsrevisoren en fiscaal adviseurs, en
       
    • als ze geen activiteit uitoefenen die een onafhankelijk financieel planner niet mag combineren met zijn statuut[32].

Een voorbeeld:

Als een advocaat of notaris het advies geeft over aan een cliënt over hoe hij zijn petekind een som van 10.000 euro kan schenken, is de Wet Financiële Planning niet van toepassing. Zij leven voor hun hoofdactiviteit een deontologische code na die niet verbiedt dat ze raad over financiële planning verstrekken. Bovendien gaat het hier om een specifieke vraag[33], tenzij de vermelde som het grootste bestanddeel zou uitmaken van het vermogen van de klant.  

De Wet Financiële Planning is volgens de voorbereidende werken van de wet ook niet van toepassing op natuurlijke personen of rechtspersonen waarvoor de activiteit van raad over financiële planning niet behoort tot de gewone professionele activiteiten, maar slechts occasioneel is. De voorbereidende werken van de Wet Financiële Planning verwijzen bij wijze van voorbeeld onder andere naar ziekenfondsen, vakbonden en OCMW’s.[34] Een louter occasionele activiteit ontsnapt aan de toepassing van de Wet omdat zij slechts van toepassing is op natuurlijke personen of rechtspersonen waarvan de gewone professionele activiteit erin bestaat op het Belgisch grondgebied aan niet-professionele cliënten raad over financiële planning te verstrekken of aan te bieden.[35] De wet verduidelijkt wel dat niet enkel de hoofdactiviteit, maar ook een aanvullende of bijkomende activiteit, een gewone professionele activiteit kan vormen en dus onder de wet kan vallen[36].

De FSMA is van mening dat het woord ‘occasioneel[37] in de Nederlandse versie beter aansluit bij de bedoeling van de wetgever dan het woord ‘ponctuel’ in de Franse tekst. Volgens de FSMA wou de wetgever aangeven dat een statuut als onafhankelijk financieel planner niet vereist is voor een activiteit die een persoon slechts zeer uitzonderlijk aanbiedt in de marge van een andere activiteit. Het wettelijke criterium is immers of het al dan niet gaat om de gewone professionele activiteit van de persoon; een uitzonderlijke activiteit beantwoordt niet aan dat criterium.

De FSMA begrijpt de wetgeving ook zo dat gereglementeerde ondernemingen die raad over financiële planning geven, de gedragsregels van de Wet Financiële Planning moeten naleven[38], zelfs als zij slechts als nevenactiviteit of bijkomende activiteit raad over financiële planning geven.[39]  

 

 

[1]     Art. 4, 2° Wet van 25 april 2014 inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten (Wet Financiële Planning). Het gaat hier over niet-professionele cliënten in de zin van de MiFID II-reglementering (zie bijlage bij het KB van 19 december 2017 tot bepaling van nadere regels tot omzetting van de richtlijn betreffende de markten voor financiële instrumenten). Een cliënt die raad over financiële planning vraagt over zijn professionele activiteiten, kan dus eventueel als een niet-professionele cliënt worden beschouwd.

[2]     Art. 4, 1° Wet Financiële Planning.

[3]     Zie ook infra punt 4.c.

[4]     Zie ook Wetsontwerp inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen, Part. St., Kamer, nr. 53 – 3393/001, 11.

[5]     Hoofdstuk III van de Wet Financiële Planning en hoofdstuk VII van het Koninklijk Besluit tot uitvoering van de wet van 25 april 2014 inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten (KB Financiële Planning).

[6]     Art. 27 Wet Financiële Planning (inzamelen informatie) en art. 30, § 1 Wet Financiële Planning (verslag).

[7]     Art. 29, § 1 Wet Financiële Planning.

[8]     Zie FAQ 11 op de website van de FSMA (Website FSMA) voor de interpretatie van de FSMA van deze begrippen: Het fiscaal recht gaat over de regels met betrekking tot onder meer de belastbare grondslag, de berekening en de heffing van belastingen. Fiscaliteit gaat over het gevoerde fiscaal beleid.”

[9]   Zie FAQ 11 op de website van de FSMA (Website FSMA) voor de interpretatie van de FSMA van deze begrippen: “Dit omvat op de eerste plaats een analyse van de vier pijlers van de bestaanszekerheid en de bijbehorende fiscaliteit (wettelijk pensioen, aanvullend bedrijfspensioen met fiscale voordelen, individueel pensioensparen met fiscaal voordeel, individueel sparen en beleggen zonder fiscaal voordeel). Het kan relevant zijn om andere aspecten van de sociale zekerheid in de raad over financiële planning te behandelen (zoals het stelsel van ziekte- en invaliditeitsverzekering). Dit is afhankelijk van de situatie van de cliënt.”

[10]  Zie FAQ 11 op de website van de FSMA (Website FSMA) voor de interpretatie van de FSMA van deze begrippen: Dit omvat de algemene macro-economische en andere tendensen die een invloed kunnen hebben op de samenstelling van het vermogen (bv. periodes van lage of hoge rente, inflatie, deflatie).”

[11]   Art. 29, § 2 Wet Financiële Planning. Zie ook Part. St., Kamer, 53-3393/001, p. 4 (roerend en onroerend vermogen).

[12]   Art. 29, § 3 en art. 30, § 2 Wet Financiële Planning en art. 13 en 14 KB Financiële Planning.

[13]   Zie ook Part. St., Kamer, nr. 53 – 3393/001, 11.

[14]   Zie FAQ 11 op de website van de FSMA (Website FSMA) voor de interpretatie van de FSMA over dit punt: De cliënt moet op de hoogte zijn van de principiële verplichting om de vier dimensies te belichten. Het initiatief om de draagwijdte van de raad over financiële planning te beperken, ligt bij de cliënt. Een systeem waarbij de cliënt de uit te sluiten aspecten louter aankruist, is om die reden niet aangewezen.” Als de cliënt niet wenst dat een bepaalde dimensie of een bepaald onderdeel van zijn vermogen aan bod komen in de analyse, moet dit ook uitdrukkelijk vermeld worden in de schriftelijke overeenkomst die de financieel planner afsluit met de cliënt (art. 28 Wet Financiële Planning).

[15]   Art. 4, 1° Wet Financiële Planning. De definitie van ‘raad over financiële planning’ sluit dit uitdrukkelijk uit.

[16]   Maar een onafhankelijke financieel planner kan dus geen dergelijk advies geven, zie infra.

[17]   Dit blijkt uit de definitie van het begrip in art. 4, 1° Wet Financiële Planning. Voor het begrip ‘beleggingsdienst’, zie ook art. 2, 1° Wet van 25 oktober 2016 betreffende de toegang tot het beleggingsdienstenbedrijf en betreffende het statuut van en het toezicht op de vennootschappen voor vermogensbeheer en beleggingsadvies (Wet Toegang Belegginsdienstenbedrijf) voor het begrip beleggingsdienst: “Iedere hierna genoemde dienst of activiteit die betrekking heeft op financiële instrumenten:

  • het ontvangen en doorgeven van orders met betrekking tot één of meer financiële instrumenten, met inbegrip van het met elkaar in contact brengen van twee of meer beleggers waardoor tussen deze beleggers een verrichting tot stand kan komen;
  • het uitvoeren van orders voor rekening van cliënten;
  • het handelen voor eigen rekening;
  • vermogensbeheer;
  • beleggingsadvies;
  • het overnemen van financiële instrumenten en/of plaatsen van financiële instrumenten met plaatsingsgarantie;
  • het plaatsen van financiële instrumenten zonder plaatsingsgarantie;
  • het uitbaten van multilaterale handelsfaciliteiten;
  • het uitbaten van georganiseerde handelsfaciliteiten (OTF)”.

[18]   Art. 2, 8° Wet Toegang Beleggingsdienstenbedrijf.

[19]   Art. 2, 9° Wet Toegang Beleggingsdienstenbedrijf.

[20]   Art. 18 Wet Financiële Planning. Zie ook Part. St., Kamer, nr. 53 – 3393/001, 17: De activiteit van het verstrekken van financiële planning verschilt immers sterk van de verstrekking van beleggingsadvies: het gaat om een andere métier en een andere intellectuele benaderingswijze die niet slaat op beleggingen. Binnen de gereglementeerde ondernemingen zal het verstrekken van raad over financiële planning overigens worden gescheiden van de verstrekking van beleggingsdiensten, en met name van de verstrekking van beleggingsadvies (…)”.

[21]   Art. 4, 3° Wet Financiële Planning. Ook verzekeringstussenpersonen zijn gereglementeerde ondernemingen in de zin van de Wet Financiële Planning. De gereglementeerde ondernemingen mogen raad over financiële planning combineren met hun andere activiteiten voor zover hun maatschappelijk doel dit toelaat, zie hiervoor de commentaar over de verzekeringsondernemingen onder artikel 5 in Part. St., Kamer, nr. 53 – 3393/001, 13. Zie ook art. 34, § 1, 1° van de Wet van 13 maart 2016 op het statuut van en het toezicht op de verzekerings- of herverzekeringsondernemingen.

[22]   Uit de definitie blijkt dat raad over financiële planning gebaseerd moet zijn op de behoeften en doelstellingen van de cliënt, terwijl algemene informatie voor iedereen geldt. Zie art. 4, 1° Wet Financiële Planning. Zie ook de FAQ 3 ‘Wanneer heb ik geen vergunning als onafhankelijk financieel planner nodig?’ op de website van de FSMA (Website FSMA).

[23]   Zie ook de FAQ 3 ‘Wanneer heb ik geen vergunning als onafhankelijk financieel planner nodig?’ op de website van de FSMA (Website FSMA).

[24]   Art. 4, 1° Wet Financiële Planning.

[25]   Zie ook Part. St., Kamer, nr. 53 – 3393/001, 11.

[26]   Dit geldt enkel voor zover deze antwoorden niet voldoen aan de twee vermelde voorwaarden van punt 1 in verband met de kwalificatie van raad over financiële planning. Zie ook Part. St., Kamer, nr. 53-3393/001, 11. Zie ook de FAQ 3 ‘Wanneer heb ik geen vergunning als onafhankelijk financieel planner nodig?’ op de website van de FSMA (Website FSMA).

[27]   Tenzij de cliënt zelf vraagt om zich tot een deel van het vermogen te beperken.

[28]   Tenzij de cliënt zelf vraag om zich tot bepaalde dimensies te beperken.

[29]   Zie ook de FAQ 3 ‘Wanneer heb ik geen vergunning als onafhankelijk financieel planner nodig?’ op de website van de FSMA (Website FSMA).

 

[30]   Part. St., Kamer, nr. 53-3393/001, 11 onder art. 4: “Tot slot wordt aangestipt dat adviezen die in het kader van collectief schuldbeheer worden verleend, niet onder de definitie van ‘raad over financiële planning’ vallen.”

[31]   Zie art. 3, § 2 Wet Financiële Planning.

[32]   Namelijk de activiteiten genoemd in art. 22, § 2 Wet Financiële Planning, bijvoorbeeld: gereglementeerde onderneming, betalingsinstelling of vastgoedmakelaar (…).

[33]   Zie hoger onder punt e).

[34]   Part. St., Kamer, nr. 53-3393/001, 9 onder artikel 3.

[35]   Art. 3, § 1 Wet Financiële Planning.

[36]   Art. 3, § 1 Wet Financiële Planning.

[37]   In het Frans ‘ponctuel’.

[38]   Hoofdstuk III van de Wet Financiële Planning.

[39]   Volgens de FSMA vloeit uit de samenlezing van artikel 3, § 1, artikel 3, § 2, d) (dat op zijn beurt naar artikel 22, § 2 verwijst) en artikel 5, § 2 voort dat de Wet Financiële Planning ook van toepassing is op een gereglementeerde onderneming die slechts als nevenactiviteit of bijkomstige activiteit raad over financiële planning geeft.