Wanneer u uit dienst treedt, kan u ervoor kiezen om uw verworven reserve in het
In deze Q&A wordt de term pensioenplan als een algemene term gebruikt voor alle soorten van pensioentoezeggingen.
Als een werkgever het initiatief neemt om een aanvullend pensioen te organiseren voor alle of een deel van de werknemers in zijn onderneming, spreekt men van een ondernemingsplan. Wanneer het initiatief uitgaat van een paritair comité van een bepaalde bedrijfssector, is dit een sectorplan.
Werknemers: Meer info.
te laten, zonder wijziging van de voorwaarden, of, zoals de wet het omschrijft, zonder wijziging van de
Het aanvullend pensioen is een extra pensioen dat wordt opgebouwd op grond van tewerkstelling binnen een onderneming of een bedrijfssector. Het initiatief voor de opbouw van het aanvullend pensioen ligt bij de inrichter. De inrichter is degene die het aanvullend pensioen belooft aan de werknemers. Die belofte wordt de pensioentoezegging genoemd.
Werknemers: Meer info.
.
Als u geen keuze maakt, wordt deze optie automatisch toegepast. De werkgever of de
Dit is de instelling die het aanvullend pensioen beheert. Dit kan een verzekeringsonderneming of een pensioenfonds zijn.
Werknemers: Meer info.
kunnen u dus niet dwingen om uw pensioenreserve over te dragen.
Wat zijn de gevolgen indien ik mijn pensioenreserve in het pensioenplan laat zonder wijziging van de pensioentoezegging?
Wanneer u uw pensioenreserve in het pensioenplan laat, dan blijft u aangesloten bij het pensioenplan van uw vroegere werkgever of sector. Uiteraard bouwt u na uw uitdiensttreding geen nieuwe pensioenrechten meer op. Maar de pensioenrechten die u op dat ogenblik al had opgebouwd, blijven behouden en zullen verder evolueren volgens de regels van het pensioenplan. Werknemers die hun pensioenreserves na hun uitdiensttreding in het pensioenplan laten, worden 'slapers' of 'slapende
Personen die zijn aangesloten bij een aanvullend pensioenplan worden aangeslotenen genoemd. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen:
actieve aangeslotenen: dit zijn personen die nog in dienst zijn:
van de werkgever die voor hen een aanvullend pensioen opbouwt;
of binnen de bedrijfssector waarvoor het pensioenplan geldt;
slapers: dit zijn personen die niet meer in dienst zijn binnen de onderneming of bedrijfssector, maar hun reserves in het pensioenplan achterlaten;
rentegenieters: dit zijn personen die met pensioen zijn en waarvan het aanvullend pensioen in de vorm van een rente wordt uitbetaald.
Werknemers: Meer info.
' genoemd.
Dat u aangesloten blijft bij het pensioenplan betekent dat u blijft genieten van alle waarborgen en garanties, zowel ten opzichte van de
Het initiatief voor de opbouw van een aanvullend pensioen ligt bij de inrichter. De inrichter is degene die het aanvullend pensioen belooft aan de werknemers.
In de meeste gevallen gaat het initiatief uit van de werkgever. Heel wat werkgevers hebben een pensioenplan ingevoerd voor de werknemers van hun onderneming. In dat geval spreekt men van een ondernemingspensioen of ondernemingsplan.
Het initiatief kan ook uitgaan van een bedrijfssector. In dat geval zal het pensioenplan gelden voor de werknemers van een hele sector. Men spreekt in dat geval van een sectorpensioen of sectorplan.
Wanneer de sociale partners een sectorplan invoeren, moeten zij een instelling aanduiden die de rol van inrichter op zich neemt. Dit moet een instelling zijn die gezamenlijk wordt bestuurd door vertegenwoordigers van de werknemers en van de werkgevers. Meestal is dit een fonds voor bestaanszekerheid.
Werknemers: Meer info.
(uw voormalige werkgever of de
Het initiatief voor de opbouw van een aanvullend pensioen ligt bij de inrichter. De inrichter is degene die het aanvullend pensioen belooft aan de werknemers.
In de meeste gevallen gaat het initiatief uit van de werkgever. Het initiatief kan ook uitgaan van een bedrijfssector. In dat geval zal het pensioenplan gelden voor de werknemers van een hele sector. Men spreekt in dat geval van een sectorpensioen of sectorplan.
Wanneer de sociale partners een sectorplan invoeren, moeten zij een instelling aanduiden die de rol van inrichter op zich neemt. Dit moet een instelling zijn die gezamenlijk wordt bestuurd door vertegenwoordigers van de werknemers en van de werkgevers. Meestal is dit een fonds voor bestaanszekerheid.
Werknemers: Meer info.
) als ten opzichte van de pensioeninstelling.
-
Alle verplichtingen die op de inrichter rusten, blijven onverkort doorlopen. De inrichter is degene die het Het aanvullend pensioen is een pensioen dat door een werkgever (of een bedrijfssector) wordt opgebouwd voor zijn werknemers. Het aanvullend pensioen wordt uitbetaald bovenop het wettelijk pensioen en kan de vorm aannemen van een eenmalig kapitaal of een periodieke (maandelijkse, jaarlijkse,...) rente.
De aanvullende pensioenen worden ook wel de 'tweede pensioenpijler' genoemd.
Werknemers: Meer info.
belooft. Hij blijft steeds uiteindelijk verantwoordelijk voor de nakoming van zijn pensioenbelofte aan de werknemers:- Bij pensioenplannen van het type vaste
Het aanvullend pensioen kan gefinancierd worden door:
werkgeversbijdragen (of patronale bijdragen): dit zijn bijdragen die de werkgever stort aan de pensioeninstelling;
en/of
werknemersbijdragen (of persoonlijke bijdragen): dit zijn bijdragen die de werkgever van het loon van de werknemer afhoudt en doorstort aan de pensioeninstelling.
Werknemers: Meer info.
en Bij een pensioenplan van het type cash balance belooft de inrichter (werkgever of sectorale inrichter) een pensioen dat wordt samengesteld uit een bepaalde bijdrage, verhoogd met een in het pensioenreglement vastgesteld rendement.
Hoewel dit erg lijkt op een pensioenplan van het type vaste bijdragen met een door de werkgever gegarandeerd rendement, is het eigenlijk een bijzonder type van vaste prestatieplan. De inrichter belooft immers een welbepaald eindresultaat. Dit eindresultaat wordt uitgedrukt als de kapitalisatie (aan een in het pensioenreglement vastgesteld rendement) van de aan de aangeslotene toegewezen bijdragen.
Werknemers: Meer info.
, en in alle gevallen waarbij er persoonlijke bijdragen worden betaald, geniet u van de wettelijke rendementsgarantie; het is de inrichter die daarvoor verantwoordelijk is. - Bij pensionering heeft u recht op de verworven prestatie. Bij een pensioenplan van het type
Bij een pensioenplan van het type vaste prestaties wordt de betaling van een welbepaald pensioen beloofd: de inrichter (werkgever of sectorale inrichter) belooft aan zijn werknemers een eenmalig kapitaal of een bepaalde rente bij hun pensionering.
Het pensioenreglement beschrijft hoe groot dit kapitaal of de rente zal zijn: dit wordt meestal berekend op basis van een formule die rekening houdt met het aantal jaren dat de werknemer heeft gewerkt en zijn loon.
Werknemers: Meer info.
, waarbij de inrichter een welbepaald aanvullend pensioen belooft, is opnieuw de inrichter daarvoor verantwoordelijk.
De verantwoordelijkheid van inrichter blijft bestaan nadat u uit dienst bent getreden, althans voor zover en zolang u uw pensioenreserve in het pensioenplan laat. Wanneer er na de uitdiensttreding iets zou misgaan bij de pensioeninstelling of de beleggingen minder opbrengen dan verwacht, waardoor de bij de pensioeninstelling opgebouwde reserves niet zouden volstaan om de De verworven prestatie is het aanvullend pensioen dat op de pensioenleeftijd zal worden uitbetaald, rekening houdend met het aantal loopbaanjaren dat de aangeslotene op een bepaald ogenblik al 'op de teller' heeft.
Werknemers: Meer info.
of de Om het beleggingsrisico voor de aangeslotenen te beperken, heeft de wet een rendementsgarantie ingevoerd: de inrichter (werkgever of sectorale inrichter) is verplicht om ervoor te zorgen dat de aangeslotenen bij pensionering of overdracht na uitdiensttreding, minstens het bedrag van de gestorte werkgeversbijdragen en/of werknemersbijdragen krijgen, gekapitaliseerd tegen een wettelijk vastgesteld minimumrendement.
Werknemers: Meer info.
te betalen, zal de inrichter moeten bijbetalen. - Bij pensioenplannen van het type vaste
Het aanvullend pensioen kan gefinancierd worden door:
- Wanneer het
In deze Q&A wordt de term pensioenplan als een algemene term gebruikt voor alle soorten van pensioentoezeggingen.
Als een werkgever het initiatief neemt om een aanvullend pensioen te organiseren voor alle of een deel van de werknemers in zijn onderneming, spreekt men van een ondernemingsplan. Wanneer het initiatief uitgaat van een paritair comité van een bepaalde bedrijfssector, is dit een sectorplan.
Werknemers: Meer info.
wordt beheerd door een verzekeringsonderneming, waarborgt deze vaak een vast Het rendement is de opbrengst die men krijgt wanneer men een bedrag belegt. Het neemt de vorm aan van interest.
Voorbeeld:
U belegt 100 euro. Een jaar later heeft u 102 euro. Dit betekent dat de belegging van uw oorspronkelijk bedrag van 100 euro een rendement van 2% heeft opgebracht.
(verzekeringsovereenkomst met gewaarborgd rendement - tak 21). Ook hierin komt geen verandering, wanneer u uw pensioenreserve in het pensioenplan laat.
Wat zal ik krijgen wanneer ik met pensioen ga?
Wanneer u er voor kiest om uw pensioenreserve in het pensioenplan te laten, dan heeft u bij uw pensionering recht op de
De verworven prestatie is het aanvullend pensioen dat op de pensioenleeftijd zal worden uitbetaald, rekening houdend met het aantal loopbaanjaren dat de aangeslotene op een bepaald ogenblik al 'op de teller' heeft.
Werknemers: Meer info.
. De verworven prestatie is het bedrag waarop u recht heeft bij pensionering op basis van uw loopbaan tot op het ogenblik dat u uit dienst bent getreden. Het bedrag van de verworven prestatie wordt vermeld in de
Nadat een aangeslotene uit dienst is getreden (vb. wegens ontslag of brugpensioen) ontvangt hij van de pensioeninstelling een uittredingsfiche met informatie over de stand van zijn aanvullende pensioenrechten en wat hij hiermee kan doen.
Werknemers: Meer info.
, die u na uw uitdiensttreding ontvangt van de
Het initiatief voor de opbouw van een aanvullend pensioen ligt bij de inrichter. De inrichter is degene die het aanvullend pensioen belooft aan de werknemers.
In de meeste gevallen gaat het initiatief uit van de werkgever. Heel wat werkgevers hebben een pensioenplan ingevoerd voor de werknemers van hun onderneming. In dat geval spreekt men van een ondernemingspensioen of ondernemingsplan.
Het initiatief kan ook uitgaan van een bedrijfssector. In dat geval zal het pensioenplan gelden voor de werknemers van een hele sector. Men spreekt in dat geval van een sectorpensioen of sectorplan.
Wanneer de sociale partners een sectorplan invoeren, moeten zij een instelling aanduiden die de rol van inrichter op zich neemt. Dit moet een instelling zijn die gezamenlijk wordt bestuurd door vertegenwoordigers van de werknemers en van de werkgevers. Meestal is dit een fonds voor bestaanszekerheid.
Werknemers: Meer info.
of de
Dit is de instelling die het aanvullend pensioen beheert. Dit kan een verzekeringsonderneming of een pensioenfonds zijn.
Werknemers: Meer info.
.
De berekening van de verworven prestatie verschilt naargelang het type pensioenplan en de waarborgen die de pensioeninstelling mogelijkerwijs biedt. Meer informatie.
- Bij pensioenplannen van het type
Bij een pensioenplan van het type vaste prestaties wordt de betaling van een welbepaald pensioen beloofd: de inrichter (werkgever of sectorale inrichter) belooft aan zijn werknemers een eenmalig kapitaal of een bepaalde rente bij hun pensionering.
Het pensioenreglement beschrijft hoe groot dit kapitaal of de rente zal zijn: dit wordt meestal berekend op basis van een formule die rekening houdt met het aantal jaren dat de werknemer heeft gewerkt en zijn loon.
Werknemers: Meer info.
zal de verworven prestatie, die op de uittredingsfiche vermeld wordt, na uw uitdiensttreding normaal gezien niet meer wijzigen. - Bij pensioenplannen van het type vaste
Het aanvullend pensioen kan gefinancierd worden door:
werkgeversbijdragen (of patronale bijdragen): dit zijn bijdragen die de werkgever stort aan de pensioeninstelling;
en/of
werknemersbijdragen (of persoonlijke bijdragen): dit zijn bijdragen die de werkgever van het loon van de werknemer afhoudt en doorstort aan de pensioeninstelling.
Werknemers: Meer info.
beheerd in het kader van een verzekeringsproduct met gewaarborgd rendement (tak 21), is het mogelijk dat het bedrag van de verworven prestatie dat u terugvindt op de uittredingsfiche nadien nog toeneemt, met name wanneer de verzekeringsonderneming in de volgende jaren nog winstdeelnames zou toekennen.
Op welke manier evolueren de verworven reserves?
De
Dit is het bedrag aan pensioenreserve dat een aangeslotene op een bepaald ogenblik tijdens zijn loopbaan al heeft opgebouwd en dat verworven is. Dit wil zeggen dat deze reserve niet meer kan worden afgenomen. Wanneer de aangeslotene uit dienst treedt, kan hij dit bedrag overdragen naar een andere pensioeninstelling.
Werknemers: Meer info.
die u al heeft opgebouwd op het ogenblik dat u uit dienst treedt, zal jaar na jaar verder aangroeien tot ze op de pensioenleeftijd gelijk is aan de
De verworven prestatie is het aanvullend pensioen dat op de pensioenleeftijd zal worden uitbetaald, rekening houdend met het aantal loopbaanjaren dat de aangeslotene op een bepaald ogenblik al 'op de teller' heeft.
Werknemers: Meer info.
.
De manier waarop dit precies gebeurt, hangt af van het type
In deze Q&A wordt de term pensioenplan als een algemene term gebruikt voor alle soorten van pensioentoezeggingen.
Als een werkgever het initiatief neemt om een aanvullend pensioen te organiseren voor alle of een deel van de werknemers in zijn onderneming, spreekt men van een ondernemingsplan. Wanneer het initiatief uitgaat van een paritair comité van een bepaalde bedrijfssector, is dit een sectorplan.
Werknemers: Meer info.
. We overlopen kort de verschillende types pensioenplannen:
-
Pensioenplan van het type Bij een pensioenplan van het type vaste prestaties wordt de betaling van een welbepaald pensioen beloofd: de inrichter (werkgever of sectorale inrichter) belooft aan zijn werknemers een eenmalig kapitaal of een bepaalde rente bij hun pensionering.
Het pensioenreglement beschrijft hoe groot dit kapitaal of de rente zal zijn: dit wordt meestal berekend op basis van een formule die rekening houdt met het aantal jaren dat de werknemer heeft gewerkt en zijn loon.
Werknemers: Meer info.
Bij een pensioenplan van het type vaste prestaties weerspiegelt de verworven reserve de huidige waarde (of actuele waarde) van de verworven prestatie die bij pensionering zal worden uitbetaald. Om die huidige waarde te berekenen, zal men de verworven prestatie “actualiseren” op basis van een aantal berekeningselementen, waaronder een rentevoet van (meestal) 6% en een sterftetafel, die de kans weergeeft om op de pensioenleeftijd nog in leven te zijn. Meer informatie over de berekening van de verworven reserve.Deze berekeningswijze heeft voor gevolg dat, wanneer u uw pensioenreserve in het pensioenplan laat zonder wijziging van de Het aanvullend pensioen is een extra pensioen dat wordt opgebouwd op grond van tewerkstelling binnen een onderneming of een bedrijfssector. Het initiatief voor de opbouw van het aanvullend pensioen ligt bij de inrichter. De inrichter is degene die het aanvullend pensioen belooft aan de werknemers. Die belofte wordt de pensioentoezegging genoemd.
Werknemers: Meer info.
, deze jaarlijks met 6% zal toenemen. In de huidige economische omstandigheden is dit erg gunstig. Indien u uw pensioenreserve zou overdragen, is het immers erg onwaarschijnlijk dat deze reserve jaarlijks een Het rendement is de opbrengst die men krijgt wanneer men een bedrag belegt. Het neemt de vorm aan van interest.
Voorbeeld:
U belegt 100 euro. Een jaar later heeft u 102 euro. Dit betekent dat de belegging van uw oorspronkelijk bedrag van 100 euro een rendement van 2% heeft opgebracht.
van 6% zou opbrengen.De reserve groeit zelfs nog sneller omdat bij de berekening van de verworven reserve ook rekening wordt gehouden met de kans dat u overlijdt voor u met pensioen gaat. Bij dit type van pensioenplannen blijven bij overlijden van een aangeslotene diens pensioenreserves doorgaans bij de Dit is de instelling die het aanvullend pensioen beheert. Dit kan een verzekeringsonderneming of een pensioenfonds zijn.
Werknemers: Meer info.
en dragen zij dus bij in de financiering van de pensioenrechten van de andere Personen die zijn aangesloten bij een aanvullend pensioenplan worden aangeslotenen genoemd. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen:
actieve aangeslotenen: dit zijn personen die nog in dienst zijn:
van de werkgever die voor hen een aanvullend pensioen opbouwt;
of binnen de bedrijfssector waarvoor het pensioenplan geldt;
slapers: dit zijn personen die niet meer in dienst zijn binnen de onderneming of bedrijfssector, maar hun reserves in het pensioenplan achterlaten;
rentegenieters: dit zijn personen die met pensioen zijn en waarvan het aanvullend pensioen in de vorm van een rente wordt uitbetaald.
Werknemers: Meer info.
. Voor de berekening van de overlevingskansen doen de pensioeninstellingen beroep op zogenaamde sterftetafels. -
Pensioenplan van het type vaste Het aanvullend pensioen kan gefinancierd worden door:
werkgeversbijdragen (of patronale bijdragen): dit zijn bijdragen die de werkgever stort aan de pensioeninstelling;
en/of
werknemersbijdragen (of persoonlijke bijdragen): dit zijn bijdragen die de werkgever van het loon van de werknemer afhoudt en doorstort aan de pensioeninstelling.
Werknemers: Meer info.
Bij een pensioenplan van het type Bij een pensioenplan van het type vaste bijdragen belooft de inrichter (werkgever of sectorale inrichter) om regelmatig, bv. elke maand of elk jaar, een bepaalde bijdrage te storten aan de pensioeninstelling voor de opbouw van het aanvullend pensioen. De pensioeninstelling belegt deze bijdragen. Hoeveel het aanvullend pensioen uiteindelijk zal bedragen op de pensioenleeftijd hangt af van hoeveel bijdragen er betaald worden, hoe lang er wordt gespaard en hoeveel rendement de beleggingen opbrengen.
Werknemers: Meer info.
zal uw pensioenreserve verder worden belegd en een rendement opbrengen op dezelfde manier als de pensioenreserves van de actieve aangeslotenen, uiteraard zonder dat er nog bijkomende premies worden betaald.Wanneer de pensioeninstelling een rendement waarborgt (verzekeringsproduct met gewaarborgd rendement - tak 21), loopt deze waarborg verder na uw uitdiensttreding. Uw pensioenreserve wordt verder gekapitaliseerd aan het gewaarborgde rendement zodat deze op de pensioenleeftijd het bedrag van de verworven prestatie bereikt.Indien de pensioeninstelling geen rendement waarborgt ( Een pensioenfonds is een instelling die wordt opgericht door één of meerdere ondernemingen of bedrijfssectoren met als doel het beheer van hun aanvullende pensioenplannen. De raad van bestuur van deze instelling bestaat voor het merendeel uit vertegenwoordigers van deze onderneming(en) of bedrijfssector(en) en soms ook vertegenwoordigers van de aangeslotenen. Op die manier hebben de oprichtende onderneming(en) of sector(en) rechtstreeks inspraak in het beheer van hun aanvullend pensioenplan en de manier waarop de bijdragen worden belegd.
Een pensioenfonds wordt ook instelling voor bedrijfspensioenvoorziening of IBP genoemd.
Werknemers: Meer info.
of een verzekeringsproduct zonder gewaarborgd rendement - tak 23), zal uw pensioenreserve verder aangroeien volgens de opbrengst van de beleggingen. In dit geval is het niet mogelijk om op voorhand te bepalen hoe uw pensioenreserve verder zal evolueren. -
Pensioenplan van het type Bij een pensioenplan van het type cash balance belooft de inrichter (werkgever of sectorale inrichter) een pensioen dat wordt samengesteld uit een bepaalde bijdrage, verhoogd met een in het pensioenreglement vastgesteld rendement.
Hoewel dit erg lijkt op een pensioenplan van het type vaste bijdragen met een door de werkgever gegarandeerd rendement, is het eigenlijk een bijzonder type van vaste prestatieplan. De inrichter belooft immers een welbepaald eindresultaat. Dit eindresultaat wordt uitgedrukt als de kapitalisatie (aan een in het pensioenreglement vastgesteld rendement) van de aan de aangeslotene toegewezen bijdragen.
Werknemers: Meer info.
Bij pensioenplannen van het type cash balance wordt de verworven reserve berekend door de aan de aangeslotene toegewezen bijdragen tot op het ogenblik van de uitdiensttreding te Kapitaliseren betekent dat de interest die men op een bepaald bedrag krijgt, nadien bij dat bedrag wordt gevoegd en zo op zijn beurt ook interest zal opbrengen.
Voorbeeld: er wordt een rendement van 2% gegarandeerd.
Jaar 1: een bedrag van 100 euro brengt een rendement van 2 euro op;
Jaar 2: een bedrag van 102 euro brengt een rendement van 2,04 euro op;
Jaar 3: een bedrag van 104,04 euro brengt een rendement van 2,0808 euro op;
...
op basis van het in het Het pensioenreglement beschrijft de spelregels van het aanvullend pensioenplan.
Het pensioenreglement kan worden opgevraagd bij de inrichter (werkgever of sectorale inrichter) of bij de pensioeninstelling. Op de jaarlijkse pensioenfiche wordt vermeld bij wie men hiervoor terecht kan. Sinds oktober 2016 kunnen actieve aangeslotenen het pensioenreglement ook raadplegen via de website www.mypension.be.
Werknemers: Meer info.
vastgelegd rendement.
Wat met de rendementsgarantie?
Op het ogenblik van uw uitdiensttreding wordt de wettelijke rendementsgarantie definitief vastgesteld. Dit bedrag evolueert nadien niet verder. Bij uw uitdiensttreding wordt de
Om het beleggingsrisico voor de aangeslotenen te beperken, heeft de wet een rendementsgarantie ingevoerd: de inrichter (werkgever of sectorale inrichter) is verplicht om ervoor te zorgen dat de aangeslotenen bij pensionering of overdracht na uitdiensttreding, minstens het bedrag van de gestorte werkgeversbijdragen en/of werknemersbijdragen krijgen, gekapitaliseerd tegen een wettelijk vastgesteld minimumrendement.
Werknemers: Meer info.
als het ware “bevroren”.
Wanneer u er voor kiest om uw pensioenreserve in het pensioenplan te laten, moet de
Het initiatief voor de opbouw van een aanvullend pensioen ligt bij de inrichter. De inrichter is degene die het aanvullend pensioen belooft aan de werknemers.
In de meeste gevallen gaat het initiatief uit van de werkgever. Heel wat werkgevers hebben een pensioenplan ingevoerd voor de werknemers van hun onderneming. In dat geval spreekt men van een ondernemingspensioen of ondernemingsplan.
Het initiatief kan ook uitgaan van een bedrijfssector. In dat geval zal het pensioenplan gelden voor de werknemers van een hele sector. Men spreekt in dat geval van een sectorpensioen of sectorplan.
Wanneer de sociale partners een sectorplan invoeren, moeten zij een instelling aanduiden die de rol van inrichter op zich neemt. Dit moet een instelling zijn die gezamenlijk wordt bestuurd door vertegenwoordigers van de werknemers en van de werkgevers. Meestal is dit een fonds voor bestaanszekerheid.
Werknemers: Meer info.
(werkgever of
Het initiatief voor de opbouw van een aanvullend pensioen ligt bij de inrichter. De inrichter is degene die het aanvullend pensioen belooft aan de werknemers.
In de meeste gevallen gaat het initiatief uit van de werkgever. Het initiatief kan ook uitgaan van een bedrijfssector. In dat geval zal het pensioenplan gelden voor de werknemers van een hele sector. Men spreekt in dat geval van een sectorpensioen of sectorplan.
Wanneer de sociale partners een sectorplan invoeren, moeten zij een instelling aanduiden die de rol van inrichter op zich neemt. Dit moet een instelling zijn die gezamenlijk wordt bestuurd door vertegenwoordigers van de werknemers en van de werkgevers. Meestal is dit een fonds voor bestaanszekerheid.
Werknemers: Meer info.
) het bedrag van de
Om het beleggingsrisico voor de aangeslotenen te beperken, heeft de wet een rendementsgarantie ingevoerd: de inrichter (werkgever of sectorale inrichter) is verplicht om ervoor te zorgen dat de aangeslotenen bij pensionering of overdracht na uitdiensttreding, minstens het bedrag van de gestorte werkgeversbijdragen en/of werknemersbijdragen krijgen gekapitaliseerd tegen een wettelijk vastgesteld minimumrendement.
Werknemers: Meer info.
blijven garanderen tot wanneer u met pensioen gaat. Bij pensionering heeft u sowieso minstens recht op dit bedrag. Aangezien de rendementsgarantie na uw uitdiensttreding niet verder evolueert, spreekt men van een 0%-garantie.
Bij pensionering moet de
Dit is de instelling die het aanvullend pensioen beheert. Dit kan een verzekeringsonderneming of een pensioenfonds zijn.
Werknemers: Meer info.
nagaan of uw
Het aanvullend pensioen is een pensioen dat door een werkgever (of een bedrijfssector) wordt opgebouwd voor zijn werknemers. Het aanvullend pensioen wordt uitbetaald bovenop het wettelijk pensioen en kan de vorm aannemen van een eenmalig kapitaal of een periodieke (maandelijkse, jaarlijkse,...) rente.
De aanvullende pensioenen worden ook wel de 'tweede pensioenpijler' genoemd.
Werknemers: Meer info.
niet lager uitvalt dan de wettelijke
Om het beleggingsrisico voor de aangeslotenen te beperken, heeft de wet een rendementsgarantie ingevoerd: de inrichter (werkgever of sectorale inrichter) is verplicht om ervoor te zorgen dat de aangeslotenen bij pensionering of overdracht na uitdiensttreding, minstens het bedrag van de gestorte werkgeversbijdragen en/of werknemersbijdragen krijgen, gekapitaliseerd tegen een wettelijk vastgesteld minimumrendement.
Werknemers: Meer info.
. U heeft in elk geval recht op het hoogste van de twee bedragen. Als zou blijken dat uw aanvullend pensioen minder bedraagt dan de
Om het beleggingsrisico voor de aangeslotenen te beperken, heeft de wet een rendementsgarantie ingevoerd: de inrichter (werkgever of sectorale inrichter) is verplicht om ervoor te zorgen dat de aangeslotenen bij pensionering of overdracht na uitdiensttreding, minstens het bedrag van de gestorte werkgeversbijdragen en/of werknemersbijdragen krijgen gekapitaliseerd tegen een wettelijk vastgesteld minimumrendement.
Werknemers: Meer info.
, dan moet de
Het initiatief voor de opbouw van een aanvullend pensioen ligt bij de inrichter. De inrichter is degene die het aanvullend pensioen belooft aan de werknemers.
In de meeste gevallen gaat het initiatief uit van de werkgever. Heel wat werkgevers hebben een pensioenplan ingevoerd voor de werknemers van hun onderneming. In dat geval spreekt men van een ondernemingspensioen of ondernemingsplan.
Het initiatief kan ook uitgaan van een bedrijfssector. In dat geval zal het pensioenplan gelden voor de werknemers van een hele sector. Men spreekt in dat geval van een sectorpensioen of sectorplan.
Wanneer de sociale partners een sectorplan invoeren, moeten zij een instelling aanduiden die de rol van inrichter op zich neemt. Dit moet een instelling zijn die gezamenlijk wordt bestuurd door vertegenwoordigers van de werknemers en van de werkgevers. Meestal is dit een fonds voor bestaanszekerheid.
Werknemers: Meer info.
(werkgever of
Het initiatief voor de opbouw van een aanvullend pensioen ligt bij de inrichter. De inrichter is degene die het aanvullend pensioen belooft aan de werknemers.
In de meeste gevallen gaat het initiatief uit van de werkgever. Het initiatief kan ook uitgaan van een bedrijfssector. In dat geval zal het pensioenplan gelden voor de werknemers van een hele sector. Men spreekt in dat geval van een sectorpensioen of sectorplan.
Wanneer de sociale partners een sectorplan invoeren, moeten zij een instelling aanduiden die de rol van inrichter op zich neemt. Dit moet een instelling zijn die gezamenlijk wordt bestuurd door vertegenwoordigers van de werknemers en van de werkgevers. Meestal is dit een fonds voor bestaanszekerheid.
Werknemers: Meer info.
) het verschil bijpassen.
Wat krijgen mijn nabestaanden wanneer ik overlijd?
Sommige pensioenplannen voorzien enkel een
Een overlijdensdekking zorgt ervoor dat wanneer een werknemer sterft, zijn partner, kinderen of mogelijk nog andere begunstigden een kapitaal of een rente uitbetaald krijgen.
Werknemers: Meer info.
zolang de werknemer in dienst is. De overlijdensdekking wordt dan stopgezet op het ogenblik dat u de onderneming of sector verlaat.
Soms wordt nog wel voorzien in de terugbetaling van de pensioenreserve wanneer u na uw uitdiensttreding zou overlijden, maar in andere gevallen blijft er geen enkele overlijdensdekking behouden. In dat laatste geval ontvangen uw nabestaanden dus geen vergoeding als u zou overlijden vóór uw pensionering, zelfs niet de terugbetaling van de door u opgebouwde pensioenreserve. Wanneer u uit dienst treedt, is het dan ook erg belangrijk om na te gaan of er al dan niet een overlijdensdekking behouden blijft. U kan dit nakijken op de
Nadat een aangeslotene uit dienst is getreden (vb. wegens ontslag of brugpensioen) ontvangt hij van de pensioeninstelling een uittredingsfiche met informatie over de stand van zijn aanvullende pensioenrechten en wat hij hiermee kan doen.
Werknemers: Meer info.
.
Bent u aangesloten bij zo'n pensioenplan en wil u na uw uitdiensttreding toch een overlijdensdekking, dan heeft u volgende mogelijkheden:
- U kan uw pensioenreserve in het pensioenplan laten, maar opteren voor een overlijdensdekking die overeenstemt met de
Dit is het bedrag aan pensioenreserve dat een aangeslotene op een bepaald ogenblik tijdens zijn loopbaan al heeft opgebouwd en dat verworven is. Dit wil zeggen dat deze reserve niet meer kan worden afgenomen. Wanneer de aangeslotene uit dienst treedt, kan hij dit bedrag overdragen naar een andere pensioeninstelling.
Werknemers: Meer info.
. Meer informatie. - U kan uw pensioenreserve overdragen, waarbij u kan kiezen voor een overlijdensdekking. Meer informatie.
Voor- en nadelen
Wat zijn de voor- en nadelen van het behoud van uw pensioenreserve in het pensioenplan zonder wijziging van de pensioentoezegging?
Voordelen | Nadelen |
---|---|
|
|
|
|
|