Tussenpersonen die hun inschrijvingsdossier indienen, moeten de volgende documenten ter beschikking houden van de FSMA:
- voor alle personen in contact met het publiek ('PCP'):
- het bewijs van hun beroepskennis;
- het bewijs dat ze aan de bijscholingsvereisten voldoen (voldoende vorming onder de verantwoordelijkheid van de tussenpersoon voor wie ze werken);
- bovendien voor alle PCP bij een verzekerings-, nevenverzekerings- of herverzekeringstussenpersoon:
- het bewijs dat ze over de voor de uitoefening van hun functie passende deskundigheid en vereiste professionele betrouwbaarheid beschikken;
- het bewijs dat ze zich niet bevinden in een van de gevallen als bedoeld in artikel 20 van de wet van 25 april 2014; en
- het bewijs dat ze evenmin minder dan tien jaar geleden failliet zijn verklaard, tenzij rehabilitatie werd verkregen.
- voor alle verantwoordelijke personen het bewijs dat ze aan de bijscholingsvereisten voldoen (voldoende bijscholingsuren volgen);
- de originelen of echt verklaarde kopieën van alle documenten die via de online-applicatie aan de FSMA zijn bezorgd.
Over het algemeen bepaalt de FSMA welke informatie en documenten de tussenpersonen haar moeten bezorgen opdat zij zou kunnen controleren of zij de voor hen geldende wettelijke en reglementaire bepalingen steeds naleven. De FSMA bepaalt ook hoe vaak en op welke manier de tussenpersonen die informatie en documenten moeten overleggen. Voldoen aan de verzoeken van de FSMA binnen de door haar vastgestelde termijn is een voorwaarde om in het register van de financiële tussenpersonen te worden ingeschreven en om die inschrijving te behouden.